knuffelMidden op de drukke verkeersweg lag een knuffel in de regen. Met gevaar voor eigen leven raapte ik hem op en stopte hem in mijn fietstas. Thuis zette ik hem op de verwarming te drogen en de volgende dag ging hij mee naar mijn werk. Nu zit hij tegenover me. Als mijn blik even van mijn beeldscherm afdwaalt, kijken we elkaar aan. Zijn foto circuleert op internet met de tekst 'Ik mis mijn mensje!', maar het mensje heeft zich nog niet gemeld. We wachten.

Een simpele gevonden knuffel kan inspireren tot talloze verhalen.
Monkie van Dieter Schubert is zo'n verhaal. Een ontroerend tekstloos boek over een knuffel die onderweg valt. Gelukkig vindt zijn mensje hem op het eind weer terug.

Een ander perspectief is dat van het kind: wie was het die zijn knuffel verloor, daar midden op straat? Zat hij moe na een lange dag crèche bij zijn vader achterop de fiets naar huis en is hij nu ontroostbaar zonder zijn maatje? Aardig, maar nogal cliché. Kan er niet wat leukers aan de hand zijn? Heeft een pesterig zusje deze knuffel uit het autoraam gegooid? Of zat hij in een overvolle tas op weg naar de kringloopwinkel vijftig meter voorbij deze kruising? Had een moeder zonder overleg met het mensje 'die stinkende hond' stiekem ook weggedaan?

Nu hij bij mij is, kan ik op de voet volgen wat er met hem gebeurt en dat is vooralsnog erg weinig. Maar wat als ik hem niet had opgeraapt? Waar was hij dan terechtgekomen? Misschien was hij zelf wel opgestaan en op reis gegaan, spannende avonturen tegemoet.

Hij zou natuurlijk ook een instrument van een of andere geheime dienst kunnen zijn. Of misschien schuilt achter dat onschuldige snuitje een zelfmoordterrorist. Alles is mogelijk, zelfs het onmogelijke, in een verhaal.
Met enige achterdocht gluur ik naar de knuffel. Kijkt hij nou grimmig of verbeeld ik het me?